Reisverslag 12 Azie Thailand-Cambodja 2020

6 april 2020 - Den Helder, Nederland

We gaan weer op pad. Deze keer naar Thailand en Cambodja voor nagenoeg 6 weken. Uiteraard heeft Loes weer alles gepland, zodat we het halve land kunnen bekijken. Volgens mij wordt het geen relaxte trip, dus weer veel zien en genieten. Tenminste dat hopen we. Als het net zo mooi wordt als Vietnam zitten we goed. Het begon deze week wel vervelend, want de spierziekte die Loes heeft, had ineens weer toegeslagen. Dus alles weer dubbelzien. Toch wel redelijke consternatie. Maar met advies van Leiden en verhoging van de medicijnen gaat het nu weer redelijk. We hebben hoop, dat alles tijdens de reis nog beter wordt. Morgen worden we opgehaald door Marlo en naar Schiphol gebracht om daar om 21.30 te gaan vliegen. Voor de eerste keer met Eva Air. We hebben daar goede verhalen over gehoord. 14.30 is de geplande aankomst in Bangkok door een tijdsverschil van 6 uur. We zullen het mee maken. Uiteraard proberen we ook weer om regelmatig deze blog te vullen. Ik probeer facebook meer te integreren in deze blog. Dit proberen we met een nieuwe Chromebook. Dit zijn de hotels en die zien er weer goed uit.

01 - http://www.sourirebangkok.com/

02 - https://www.facebook.com/Baanmalaiguesthouse/

03 - http://hotel-de-sripoom.hotelschiangmai.net/

04 - https://www.baanpainaiwieng.com/

05 - http://burigallery.com/

06 - http://www.forestosukhothai.com/

07 - https://baan-luang-harn-guest-house-phra-nakhon-si ayutthaya.ibooked.nl/

08 - https://www.goodtimesriverkwai.com/

09 - https://www.hotelroyalbangkok.com/

10 - https://teahouse-asian-urban-resort.hotel-phnompenh.com/

11 - http://residencewatdamnak.com/

12 - http://www.chalelarnhotel.com/en/home

13 - http://www.casavimaya.com/

GELAND!! Na een zeer rustige vlucht zijn we in Thailand. Daarvoor in Nederland zijn we in de middag opgehaald door Marlo en naar Schiphol gebracht. Dit liep allemaal voorspoedig. Alleen bij het binnen gaan van het vliegtuig moesten we even wachten door de mensen die hun tassen in de bergbakken boven hun hoofd aan het doen waren. Ik denk, leun even tegen de wand, bleek het deurtje van het toilet te zijn. Dus donderde ik naar binnen. Niemand gezien gelukkig. 11 uur of 18 uur naar Bali, maakt wel een verschil. Bij Eva Air heb je even wat meer ruimte voor de benen. Zelf nog even geslapen en toen waren we er al. Bij het verlaten viel meteen de “heerlijke” warmte die als een welkome warme deken over ons heen viel. Eerst maar een simmetje voor de telefoon gehaald op het vliegveld. Was nog redelijk druk. Sloot achter aan in de rij. Nog geen minuut later wou een toch wel wat te corpulente vrouw voor kruipen. Haar meteen duidelijk gemaakt, dat dat vandaag niet zou lukken. Ze gaf een hoop commentaar, maar gewoon hup, naar achteren. Het cliché “Thailand, het land van de glimlach” was ver te zoeken op dat moment. Alles gelukt met de telefoon en op zoek naar een uitgang, waar onze chauffeur zou staan. Na enig zoeken, gevonden. Op pad maar dan. Een uurtje, werd iets langer. De chauffeur kon geen Engels, dat was niet erg, maar hij wist ook niet de weg.

BANGKOK (1)

Bangkok, is de hoofdstad van Thailand. Na veel zoeken en rijden door kleine straatjes en vooral mijn TomTom op mijn telefoon, zijn we er gekomen. Nog fooi gegeven aan de toch zeer gestreste chauffeur. Het eerste van dertien hotels was er een van vergane glorie. Het is maar voor twee nachten, om een beetje te acclimatiseren voor de warmte. Loes heeft er weer de nodige problemen mee en ik vind het zalig. Koffers naar boven en toen naar het bekende food street van Bangkok. Khao San Road. We logeren niet ver van Khao San Road, waarschijnlijk de meest bekende straat in Bangkok en the place to be voor rugzaktoeristen. Het is er een en al leven. Meteen valt het op dat Thailand een stuk goedkoper is dan Nederland. Voor enkele euro’s kan je lekker eten, al dan niet aan de vele stalletjes op straat. Er worden daar zoveel schorpioenen aan geboden in alle stadiums van eten toebereiding, dat we daar niet bang meer voor hoeven te zijn dat we die nog levend tegen zouden komen. Beetje gegeten (geen schorpioenen) en wat rondgelopen en toen weer terug. We waren toch wel moe. Krijgt Loes onderweg opeens zéér pijnlijke krampen in haar kuiten. Deed haar echt heel veel pijn. Ik zag al wat excursies niet doorgaan, oh, wat een pech. Met heel veel moeite en pijn toch aangekomen in ons hotel. We hadden een goede nachtrust, alleen ik was om 4/5 uur wakker en ben maar wat gaan lezen. In de ochtend naar beneden van het hotel voor een karig ontbijtje. Loes had nog wat pijnlijke kuiten, maar met paracetamol was het te doen. De mensen van het hotel zijn heel vriendelijk, maar het is echt een backpacker hotel. Goed en goedkoop. Maar niet veel bijzonders, alleen dat het lekker centraal gelegen is. Na het ontbijt, met de aanwijzingen en een plattegrond van het baliepersoneel lopend op pad naar het “Grote koninklijke paleis” (Grand Palace). Na wat mislopen, hebben we het nog redelijk snel gevonden. Loes loopt helemaal leeg met het zweten. En het is nog maar 8 uur in de ochtend. Op een 100 meter van het paleis worden we langs dranghekken gevoerd. Op dat moment komen er 40 tot 50 bussen met zo te zien, Zuid-Koreanen of Chinezen. Wij ertussen lopen, misschien vallen wij niet op bij het betalen van de entreeprijs. Helaas. Wij hadden geen paraplu boven ons hoofd en niet zoals haast iedereen geen housebroek. Dus we vielen wat op en oh ja, we waren iets langer. Iedereen, oud, jong, vrouw, man, alles loopt haast in die verschrikkelijke housebroeken. Voor geen goud dat ik daarin ga lopen. Tot ik hoorde hoe duur ze waren. 3 euro. Neem er drie mee naar Nederland. Het paleis was ontiegelijk veel goud en glamour. Kitscherige dat dit kan niet. Wel mooi om te zien. Heel druk door die Aziaten. (Niet wetende dat dit snel opgelost zou zijn. Niemand dacht nog over de Corona-virus). Nou aanbidden ze het Koninklijke Huis en dan vooral de koning hier wel heel erg. Overal op straat staan ornamenten met grote foto’s van hem. Trouwens, de Thaise bevolking is geen volk, maar een speciaal ras. Al je een jaar of 12 bent, dan groeit er uit je hand een heel apart ding en ze noemen dat telefoon. Als je van de middenklasse bent dan kan er ook zo’n telefoon uit je oor groeien. Iedereen loopt met een telefoon en is daar ook mee bezig. Na het paleis, met een Tuk-tuk weer naar de food street. Loes krijgt een voetmassage en ik ga lekker lezen met een bakkie koffie op een terras op Khao San Road. Overal waar je komt en gaat zitten krijg je zo’n stalen fabrieksventilator van anderhalve meter op je gericht. Vind een fris windje helemaal niet erg, maar wil wel graag, dat mijn bril op mijn hoofd blijft zitten. Wat gegeten en even terug naar het hotel om even te liggen. Dit gebeurde weer met een Tuk-tuk. Waar Loes niet in kwam, door haar strakke rok en de iets te weinig uren in de sportschool. Eerst met een opstapje, jammer en toen langs de stoeprand. Na veel hilariteit toch gelukt. Terwijl Loes bij de massage zit kan ik weer een verhaaltje vertellen. Het hotel ligt lekker in het centrum, maar dat is het wel. Karig ontbijt. Een lift, zo klein, als je daar met zijn tweeën opgewonden raakt, dan donder je eruit. Maar zoals gezegd, het zit midden in het centrum. Volgende ochtend opgehaald bij het hotel om ons naar het Don Mueang vliegveld te brengen. De taxirit ging voortvarend zonder file. Dat is niet zo vanzelfsprekend in Bangkok. Smerige druk en dus heel veel fijnstof. Veel mensen vinden het dan ook nodig om een mondkapje te gebruiken, maar dan ook overal. Ook in het vliegtuig van Bangkok Airways, waar we mee vlogen voor de eerste keer. Bij het inchecken kregen we stoelen op rij 10. Waarom weet ik niet, ik zei doe toch maar rij 12. Was meteen met extra beenruimte, dus lekker languit. Niet al te nieuw, dit vliegtuig, had zijn vlieguren wel gehad. Nog een simpele maaltijd en na anderhalf uur waren we er. In Chiang Rai (vliegveld Mae Fah Luang).

CHIANG RAI

Chiang Rai is een relaxte stad, omgeven door een berglandschap en een ondoordringbare tropische jungle. Voor 4 dagen. Het was wederom een simpel hotel, maar midden in het centrum en dat vinden wij belangrijk. Alleen geen lift, verdorie weer niet opgelet. Geen punt, goed voor de conditie, driehoog. In de hotelkamer, wel een waterkoker, maar geen mokken, lepeltjes en zelf geen koffie. Geen lift kan ik mee leven, maar geen koffie. Hoe moet mijn motortje dan lopen? Volgens de website was er ook een zithoek in de kamer. Gewoon een stoel in de hoek. Ondanks dat Loes niet lekker was, in de avond naar de nachtmarkt. Redelijk groot en leuk. Halverwege zegt Loes: "Ik moet terug, wordt zo misselijk". Wij terug zonder te eten. Onderweg moest Loes een paar keer overgeven, met als resultaat, dat ze deze reis geen seafood meer besteld. Onrustige nacht voor allebei, maar we moesten weer vroeg op, want Loes had in Nederland al een tour besteld voor vandaag. Betaald en dus als rasechte Nederlander, al zijn we ziek, we gaan gewoon. De temperatuur was redelijk fris in de ochtend, dus met lange broek en trui. Precies om 07.45 stond er een 9 persoons-busje voor ons hotel met gids en chauffeur. Onderweg nog 4 vrouwen uit Maleisië, 2 Poolse Jongens en een Frans meisje opgepikt. Op pad, want het wordt een drukke toer. 11 bezienswaardigheden. Ik zal er wat noemen. White temple (Wat Rong Khung). Grote spiegelde tempel die wel indrukwekkend is, Blue Temple (Wat Rong Suea Ten). Een iets kleinere tempel met veel blauwe ornamenten, Black House (Baan Dam). De bekendste kunstenaar van Thailand Thawan Duchanee heeft hier een klein dorp gemaakt 15 zwarte huizen en kunst, Karen Longnecks. Dit zijn de vrouwen met hele lange nekken waar gouden ringen om heen zitten. Dit is heel commercieel en niet al te veel aan, drie-landpunt (Malaya, Laos en Thailand). Waar vroeger een bloedige opiumhandel plaats vond. Mae Salong Theeplantages en de Choui Fong Tea Farm en het grensdorpje Mae Sai. Dacht niet dat ik het zou zeggen, maar de tempels waren imponerend. Zo mooi en apart. Met de nodige mee genomen medicijnen voelde Loes zich alweer beter. Met alle mensen in de bus leuke gesprekken gehad. Iedereen kon goed Engels. Toch wel vermoeid na een hele dag, om 18.00 terug in het hotel. Om 19.00 maar naar beneden om wat te eten. Kwamen we op de Walking Street, oftewel de Saturday Night Market. Groot, niet te geloven. Je blijft lopen, er komt geen eind aan. Op een gegeven ogenblik zit je op een point-of-no-return. Dus je moet door. Om 10 uur in de avond konden we ergens ontsnappen en konden we vluchten naar ons hotel. Ik ben bang dat we wat toeristen hebben moeten achterlaten op de markt en dat niemand iets meer van hen hoort. Geprobeerd niemand achter te laten, maar helaas niet gelukt. De volgende ochtend werden we met tegenzin om 10 uur wakker. Kleding ingeleverd aan de overkant om te wassen. Buskaartjes besteld voor morgen en ergens rustig wezen ontbijten. Beetje gekeken naar het opruimen van de markt. De meest simpele papierprikker hier loopt in uniform en is minimaal overste of kolonel. Rustig wandelend door de stad. Volgende dag moe, maar wel voldaan wakker. We gaan vandaag met de bus naar Chiang Mai. Eerst nog even ontbijten beneden. Heel summier. Loes pakt de afdekschaal van de jam om wat te pakken, donderstraalt die deksel uit haar handen over een paar andere schalen, precies in de vijver met koi-karpers. Die geschrokken vissen hadden meteen een zwembad in een zwembad. Fluitend naar een tafeltje en heel gewoon doen. Naar boven koffers inpakken, zijn mijn pantoffels weg. Overal zoeken. Na 5 minuten geven we het op, heel apart dat ze weg zijn. Zie ik ineens dat Loes ze gewoon aan de voeten heeft. Schoenmaat 38 of 46 dat valt niet op. Om 11 uur met de auto van de buurman naar het busstation. Redelijke bus. Een tocht van 4 uur, zonder plas-stops (Dus geen koffie). De weg naar Chiang Mai is heel bochtig en stijgend. Op een gegeven ogenblik zo steil, dat de bus zegt, doe het zelf maar. Staan we midden op de weg, schuin als de toren van Pisa, in de middle of nowhere, met een chauffeur die alles probeert om weer op gang te komen. Kon me er niet echt druk overmaken. Na een tijdje ging de bus weer heel langzaam op de rit. En gingen we weer verder met het bochtenwerk en de zeer slechte weg.

CHIANG MAI

Chiang Mai is na Bangkok de bekendste stad in Thailand. De omgeving is adembenemend en het wordt ook niet voor niets ‘De Roos Van Het Noorden’ genoemd. Chiang Mai ligt aan de Ping River. Je hebt er leuke straatjes, gezellige bars en er is een hoop te doen en er is altijd wat gaande. Er wonen er 200.000 mensen, maar het is een relaxte stad. Aangekomen in Chiang Rai meteen een taxi voor het hotel. In het oude gedeelte een heel modern hotel van 1 jaar oud. Van alle gemakken voorzien. Zwembad, sportzaal. In de avond even over de night market (Chang Pheuak Gate), gebracht door een Grab-taxi. In Azië hebben ze geen Uber. Eigenlijk waren te moe, dus dezelfde vent gebeld om ons terug te brengen. Op de hotelkamer, filmpje op een gigantisch groot tv-scherm gekeken. In de ochtend met een busje en met zijn achten naar een berg met een tempel. Onderweg, ging ik als altijd lekker lezen. Vroeg de gids aan mij waar ik vandaan kwam. Ik zei: “the Netherlands”. Ok, zegt de gids, say hello. Ik zeg hello. Loes kijkt al raar. Zegt de gids, say Thank you. Ik denk als ik jouw dag plezieriger kan maken, prima. Dus ik zeg, thank you. Moest de bus lachen. Later hoorde ik dat iedereen wat woordjes moest zeggen in zijn taal. Had ik toch niet gedaan, ben geen clown met kunstjes. Afijn na een uurtje en even door een dorpje (Meo Village) gelopen te zijn, waren we boven. Via een kabelbaan, verder naar boven. Yeeaaah, weer een tempel. Doi Suthep Temple. Wel aardig, heel veel goud. Om binnen te gaan moeten de schoenen uit. Ik zie de voetschimmel in mijn verbeelding alweer overal liggen. Iedereen met een mondkapje maar wel een schimmel tot de knieën. Loes zag in de tempel nog, volgens haar de koning van Thailand. Gevaarlijke mensen moet je altijd gelijk geven. Vroeg in de middag weer terug in het hotel. Loes een dutje. In de avond door de buurt gelopen. Heel lokaal. De volgende ochtend opgehaald door een vrouwelijke gids voor een tour van 2 ½ uur. We deden de volgende fabriekjes aan. (HOU JE VAST), parasolfabriekje (Borsang SanKampang), dan een gigantisch grote juwelenwinkel (Gems Gallery), een katoenenkleding fabriek, een schilders fabriekje, zijde kledingfabriekje, ornamentenfabriekje en heel aparte pottery winkel. Omdat ik het nogal weinig vond, zijn we nog over de lokale markt gegaan. In de avond over de nachtmarkt. En dan nog zeggen dat we geen interesse hebben in het lokale gebeuren. Op de terugweg, hadden we onze jaarlijkse kamikazepiloot. Een Tuk-tuk aangehouden en die ging me toch met een bloedgang door het verkeer. Harder dan de auto’s. Rechts kijkend zag ik Loes met een samengeknepen mondje naast me zitten. Toen we op onze hotelkamer terug waren, moesten we allebei naar het toilet. Stresspoepje. Voor de verandering werden we in de ochtend opgehaald om naar Pai te gaan.

PAI

Pai is een heerlijk klein dorpje met heel veel daar gebleven hippies uit de jaren 60 en 70. Het is omringd door bergen en groene rijstvelden. In het centrum zitten heel veel leuke winkeltjes en in de avond is er altijd wel wat doen met livemuziek en marktkraampjes Maar eerst nog de rit ernaartoe. Totaal 1200 tot 1300 bochten door de bergen om daar te komen. De chauffeur heette Mister Bean. Zoals wij vroeger om Mister Bean moesten lachen zo moest hij constant om zichzelf en alles lachen. En heel vaak. Loes deed bij het begin heel stoer geen veiligheidsgordel om, maar na 100 bochten heel stilletjes toch maar. De weg ernaartoe was redelijk goed te doen met heel veel woningen en winkels aan de kant van de weg. Voor alle mensen met een woning met een voortuin, zou ik zeggen, ruim je klerezooi op. Wat een bende in die tuinen. Uiteraard had Loes ervoor gezorgd dat er weer wat te bezoeken was. Dit heet nog steeds vakantie. Als eerste de Memorial Bridge, gebouwd door de jappen in WW2. Daarna op weg naar Lod Cave. Onder begeleiding van een gids met een pomp olielamp door de grot. Mooi, vooral in de hoogte 21 meter hoog. Loes wou niet alle trappen op om een tempel in de grot te zien. Wat jammer nou, verheug je je ergens op en dan gaat het niet door. Dus weer gauw terug. Hier staat heel veel in de bloei met Bougainville en Oranje Stephanoot. Maar het land is verder overal verdord. Lijkt net de ‘tactiek van de verschroeide aarde’. Om 16.00 in het hotel aangekomen. Simpel hotel, maar naast het bruisend avondleven van Pai. Totaal drie keer door het stadje gelopen, smerig gezellig en heel veel gegeten bij de kraampjes. Voldaan naar het bedje. Volgende ochtend, fuck wat koud. Toch raar in het noorden. Overdag over de 30 graden en in de nacht 9 graden. Om 9 uur is dezelfde chauffeur, die ergens anders heeft geslapen, om ons op te pikken bij het hotel. Loes haar idee van vakantie kennende, zal er wel weer tours op het programma staan tijdens de rit terug naar Chiang Mai. En surprise, ja hoor. We beginnen met een tempel met allerlei plastic en hele kitscherige hanen. Juist, hanen, het mannelijke equivalent van kippen. Je bedenkt het niet. Toen een oud dorpje, waar je je kon verkleden, net zoals in Volendam, maar dan met Thaise kleding. Zou raar staan, als je daar met klompen staat. Toen door naar de Bamboo Bridge (Boon Ko Ku So Bridge). Een 800 meter lange loopbrug van bamboe door een dorp. Eindigend bij een tempel. Loes heeft 400 meter gehaald. Toen weer terug. Na een SPECTACULAIR uitzicht (volgens de nog steeds om alles lachende chauffeur) ergens op een berg, die natuurlijk eerst moest worden beklommen waren we er klaar mee. Dus geen waterval, geen hot spring. Maar nog wel 2 ½ uur bochtige wegen naar Chiang Mai. Mooi hotel in een andere buurt. De 11e dag alweer. Loes heeft wel door, dat het iets rustiger moet. In Chiang Mai staan ze al voor de opening van de winkels in de rij voor mondkapjes. Die zie je nog overal, maar wel duurder denk ik. Natuurlijk vergelijken we Thailand met de andere Aziatische landen. De mensen zijn vriendelijk, net zoals overal. Het eten bijvoorbeeld is veel lekkerder dan in Vietnam. Maar Vietnam vinden wij veel mooier. Verder is het prima uit te houden. We lopen wat door de stad en komen elke keer weer uit op ellenlange markten. Je hebt de “Saturday walking street”. Kilometers lang. De volgende dag heet het de ”Sunday Street Market”. Zelfde markt, maar op een andere plek, precies voor ons hotel. Loes vindt elke keer weer spullen om te kopen. Onwaarschijnlijk. Na een tijdje hebben we het gehad en gaan terug naar ons hotel. Om daar een bakkie koffie te zetten. Verbrand ik mijn arm aan de stoom van de waterkoker. Toch nog pijnlijke blaren. Niet erg, maar in deze landen heb ik het liever niet in verband met infecties. Volgende dag in de hitte gelopen door de buurt. Loes stelt voor om in fotoboek, dat ik maak als we thuis zijn per onderwerp te doen en niet volgens datum/plaats. Boeddha’s en tempels beginnen we mee, maar na een half uur heb je al tientallen foto’s van tempels. Dus daar iets rustiger mee. In de avond over de al genoemde Sunday Market, als ineens om zes uur het volkslied wordt gespeeld. Iedereen in de houding, wij dus ook. Ze zijn hier heel moeilijk over deze dingen, vooral als het over de koning gaat. De gevangenissen zitten vol met mensen (ook toeristen) die dit niet serieus namen. Vroeg naar het bedje, want morgen een beste busrit voor de boeg naar Sukhothai. 6 uur met een gammele bus. Door het platteland, waar heel veel natuur is verbrand langs de kant van de weg. De sublieme vraag van alle toeristen, wanneer is de plaspauze? Toevallig hoef ik niet, maar kan me de zenuwachtigheid voorstellen. Ik maak me niet druk, als ik moet dan heeft de chauffeur de keuze of te stoppen of op het einde van zijn dienst te dweilen. Na 5 uur is de plaspauze. Rare verhouding met de uren, maar oké. Uurtje later stopt de bus en word omgeroepen. “Oude stad”. Volgens Loes moeten we er nu uit. We staan buiten en de bus rijdt weg, staan we met twee grote koffers en twee grote rugzakken, als we om ons heen kijken, niet in het drukke gedeelte van Sukhothai. We staan dus ook helemaal verkeerd. Gelukkig nog twee Tuk-tuk staan er. Na wat onderhandelen, geregeld. Alles in de Tuk-tuk en wij ernaast op pad. 12 kilometers, dus een half uur, stevig vasthouden om niet eruit te vallen. Gebroken na zo’n dag,

SUKHOTHAI

Sukhothai is de bakermat van de Thaise cultuur. Het was het eerste koninkrijk in Thailand. Sukhothai, dat letterlijk ‘bloeiende vreugde’ betekend, ligt in het noorden van Thailand. De oude stad ligt 12 kilometer buiten Sukhothai. De oude stad bestaat uit een ommuurd gedeelte ter bescherming van de stad. Je treft er heel veel tempels. Het gebied is vrij groot. De stad is niet veel aan. Eindelijk in ons hotel. In de avond lekker gegeten in een klein restaurantje. Moe in bedje, waar we vroeg sliepen. Relaxt in de morgen op pad naar het busstation volgens de baliemedewerker in ons hotel. Gewoon een open busje, die daar staat en weg rijdt, wanneer de chauffeur denkt, oh genoeg mensen. We wilden naar de oude stad, waar we gisteren uitstapten. (Sukhothai Historical Park) Dit zijn gigantisch oude ruïnes, met veel Boeddha’s en beelden (o.a. Wat Saphin Hin en de Wat Chedi Ngam). Groot complex, dus lieten we ons rondrijden in een golfkarretje. Even laten zien, waar het geld zit. Totaal 5 euro. Loes vindt dit alles wel mooi en leuk, ik vind het ook wel ‘mooi en leuk’. Met het middaguur en na een bakkie koffie in een heel leuk en hip (bestaat dat woord nog) cafeetje wilden we wel terug, want het werd weer extreem heet en Loes had er nogal last van. Weer met zo’n busje terug. Halverwege grote gil, stoppen, achteruitrijden, vrouw die eruit spring, tegen het verkeer hard rennend weg sprint. ?????. Bleek dat door de wind 100 baht (3 euro) was weggewaaid. Toch weer gevonden. Bij ons hotel, weer lekker gegeten in hetzelfde restaurant. Loes minder (door dat het al twee weken goed ging, vergeten door te geven aan de restaurantmedewerkster) omdat ze groentesoep met koriander kreeg.

AYUTTHAYA

Opgewekt wakker vanmorgen, tot ineens het besef komt, ‘shit’, weer een busrit van 6 uur naar Ayutthaya. Vind het al minder leuk in de bussen. Er wordt niets uitgelegd, niemand kan Engels en er komen nog een paar busritten. Volgens de lijst van Loes duurt de reis 4 uur. 10.00 vertrokken en om 14.00 nog steeds in de bus op de snelweg in de middle of nowhere. We worden al iets zenuwachtig. Drie uur, half vier, vier uur. Het wordt al nerveuzer op onze rij. Telefoon leeg (wat ook niet veel gebeurt). Geen Engelssprekend personeel. Kwart over 4 komt een medewerker langs met een hoofdknik dat we er zijn. Naar buiten met alle koffers en tassen. Op een hele drukke weg, met aan de overkant wat taxi's. Over de weg is een voetgangersbrug, die heel hoog is en heel veel treden. Dat gaat het niet worden, maar we moeten toch naar de overkant. Slalommen en gierende hartkleppen komen we aan de overkant met onze bagage op de nek. We krijgen de dichtstbijzijnde taxi aangewezen. Wij erin. Plots zitten we in een andere wereld. Vies, helemaal volgebouwd, allemaal vliegen, kofferbak vol, daarom een koffer op de voorstoel, steeksleutel op het dashboard, voor als het stuur afbreekt, ofzo. We willen wel toch naar het hotel, dus op pad. Met deze toch wel vriendelijke chauffeur, die onderweg op volle snelheid een selfie gaat nemen met hem en ons op de achterbank. Ten nadele van onze gemoedsrust, mislukt dit ook een paar keer. Toch gezond en wel aangekomen bij het hotel. Ayutthaya is de voormalige hoofdstad van Thailand en barst van de tempels en Boeddhabeelden. Meer dan 400 jaar was Ayutthaya een machtig en rijk koninkrijk en het middelpunt van Siam (het oude Thailand). Het hotel had verschillende huisjes, helemaal in het wit. Huisjes zijn wel klein, maar een mooie tuin en terras rondom. De manager werkt zich eigen helemaal uit zijn naad. Tijdens het inchecken van ons, gaat die nog een paar keer weg om schoon te maken bij een huisje. S ‘avonds om 9 uur zie ik hem nog vegen het terrein en om 7 uur in de ochtend weer alles te regelen voor het ontbijt. Alle hotels die wij gehad hebben, zijn ooit heel mooi geweest. Maar onderhoud is een vies woord voor de Thais. Wij denken, als iets kapot is en niet meer gemaakt kan worden, donder het dan weg. Niet in Thailand. Gewoon laten staan. In dit hotel mocht ook wel een verfkwast door heen. Nou weten wij dat in deze temperatuur en vochtigheid alles heel snel aan het kapot gaan is. Maar dit hotel bestond nog maar 4 jaar en je ziet nu al het verval. In de avonduren ergens eten. Niets te vinden, dus maar eten bij een soort warung, die alleen eend heeft. Na bestellen, plotseling, duizenden vliegen, overal, maar vooral bij de lampen, hele wolken. Tijdens het eten, vielen ze gewoon dood op tafel en in ons eten. Snel kanen en wegwezen. Overal waar we keken, wolken vliegen, door de hele stad. Na een kwartier, half uur alles weg. Een heel apart verschijnsel. In de ochtend een bestelde Tuk-tuk voor het hotel om ons door Ayutthaya te crossen en tegelijk 4 verschillende (daar zijn ze weer) tempels (Wat Yai Chai Mongkhon, Wat Lokayasutharam, Wat Phra Mahathat en Wat Phra Si Sanphet) te laten zien. Volgens mij bracht de chauffeur ons elke keer met een ritje van 10 minuten naar dezelfde tempel. Maar als Loes het maar wel mooi vindt. Je raakt nog best vermoeid om alle geestelijke indrukken te verwerken. Dus maar geen tempels meer en op pad naar de floating market. Moesten we best veel entree betalen. Dan maar niet. Beetje rondgelopen. Kwamen we op de plek, waar allemaal olifanten stonden. Deze kan je zogenaamd berijden, met een speciale stoel. Ik dacht dat dit euvel uit de wereld was, maar die Chinezen hebben daar maling aan. Als je ze zo ziet op heel veel olifanten, dan gun je ze wel een klein griepje. Oh ja, is al gebeurd. Te warm, dus terug naar het hotel. In de middag lekker relaxen. Om in de late middag op pad met wederom een Tuk-tuk, naar een opstap plek voor een boottocht. De "Sunset Cruise". De boottocht is wel wat voor mij, totdat ik hoor, dat we ook 3 tempels aandoen (Wat Chaiwattanaram, Wat Phanan Choeng en Wat Phutthai Sawan). Jemig, houd het dan nooit op. Bij veel tempels moeten de schoenen uit. Niets mis mee. Tot bij één tempel ik naar het toilet moest. Zo'n Thais toilet, met alles er op en aan. Moesten ook mijn schoenen uit. Dit was de grens. Dit ging niet gebeuren. Rare lui. In de avond maar een ander restaurantje gezocht. Gevonden, met twee gedeeltes. Een voor de Thais en een voor de iets rijkere. Een zonder airco en een met. Wij zaten in de met airco. Was het lekkerste wat we tot nu toe hebben gegeten in Thailand. Met drinken 6 euro. Met een ijsje van de 7/11 (supermarktjes die je om de paar meter hier ziet) vol buikje en naar bed. Volgende ochtend met een volle bus naar Kanchanaburi. Drie uur later aangekomen. Het hotel is een plaatje. Prachtig aan de rivier. Prachtige tuin en alles goed onderhouden. 

KANCHANABURI

Kanchanaburi. Niet een al te grote plaats in centraal Thailand op zo’n 130 kilometers van Bangkok. Wel een geweldig hotel. Ideaal gelegen aan de rivier. Lekker ontbijten met de bootjes op de achtergrond. De eerste avond lekker gelopen door het stadje, gewoon een beetje kijken. Volgende ochtend weer een excursie. Het lichaam vindt het niet prettig meer. Nu weer een mini-van met 11 personen. Wij werden als laatste opgepikt van het hotel, dus achterin de bus, waar je helemaal door elkaar wordt gegooid vanwege de slechte wegen. We gingen naar een nationaal park met allerlei watervallen. Wat niet leuk is in een droogteseizoen zijn watervallen. Het zijn net watervallen met prostaatproblemen. Totaal zijn er 7 watervallen. Elke keer weer iets meer klimmen. Loes heeft het tot de tweede gered met veel gepuf. Wij zijn toen maar teruggegaan met een decadent golfkarretje. Loes had daar 90 cent voor over. Terug naar een parkeerplaats, koffiegedronken bij een barretje. Moest wel, want we moesten daar 4 ½ uur wachten op de rest. Dat is heel lang, in die warmte op een parkeerplaats. Halverwege kwamen er drie wilde everzwijnen ons vermaken. Zie je niet elke dag. Het werd een ander verhaal toen er eentje onder mijn stoel ging eten. Dan zijn ze groter dan je denkt. Een Amerikaan pakt een stuk hout en ging het zwijn er mee krabben. Die vond dat zo zalig, dat die erbij ging liggen en in slaap viel. Je doet wat om de tijd te doden. Na een hele lange tijd was iedereen er weer en konden we verder met de excursie. Naar de Birma trein. Deze is aangelegd hoofdzakelijk door de Engelse en Nederlandse krijgsgevangenen in WW2. Dit wordt de dodenspoorlijn genoemd en gaat over de rivier de Kwai. Het is aangelegd door honderdduizenden krijgsgevangenen. Velen zijn tijdens de bouw overleden, waaronder duizenden Nederlanders. We gingen zelf een stukje met deze trein van een half uurtje. Er werd door onze vrouwelijke gids een paar keer gezegd dat we rechts moesten zitten in de trein, dat was het mooiste. Tevens stond dit in de brochures. Of we de enige toeristen waren. Maar we gingen ervoor. Op de afgesproken tijd kwam de trein het perron op gereden. Na het stoppen, Loes een kontje gegeven om de trein in te gaan, meteen erachteraan om rechts een plekje te vinden. Loes zag meteen, geen plek rechts en gaat dus meteen via de canvassen overgang tussen de wagons naar een andere wagon. Er waren alleen nog twee deuren open te maken. Eerste geen punt. Tweede werd al spannend, want de andere toeristen wilden ook naar binnen. Alleen hadden deze niet aan Loes gedacht. Loes gooit de tweede deur open, waar net een Duitser via het perron naar binnen wil gaan. De Duitser en de deur. De deur won. Ik zag een dikke Duitser weer het perron opdonderen. Als Loes rechts wil zitten, dan gaat Loes rechts zitten. Punt uit. Prachtige foto’s gemaakt. Op advies van Loes, doe ik net of ik aan het zwaaien ben buiten het raampje. Leuke foto. Alleen jammer dat op dat moment de trein heel langzaam rijdt en we 30 Japanner passeren die buiten staan. En spontaan naar mij beginnen te zwaaien. Dan duurt zo’n klein stukje heel lang. Vlak voor het einde van de rit, waait er nog iets brandends naar binnen in het houten wagonnetje. Algemene paniek. Dit zijn de momenten dat je een mondkapje voor doet. Veel rookontwikkeling. We hebben het overleefd. Op het einde van de toer naar de rivier de Kwai. Waar de brug overheen moest. Van Birma naar Thailand. De complete brug is er nooit gekomen, maar wel een hele mooie film daarover. "The Bridge on the River Kwai". Al met al wel een leuke toer.

BANGKOK (2)

Via Bangkok gaan we verder en blijven daar een nachtje in een groot hotel midden in Chinatown. Omdat we maar één nacht daar verblijven, gaan we niet al te ver en lopen door klein China. Wel heel anders, dan waar we de eerste keer waren. Hier zag ik een rat lopen ter grootte van een kleine kat. Is geen wonder met wat er allemaal op de grond ligt aan eten van de markt. Volgende ochtend taxi besteld om ons naar het vliegveld te brengen. Loes vraagt zich eigen af, dat we zulke mooie taxi’s zien en dat wij de meest krakkemikkige auto’s c.q. Tuk-tuk krijgen elke keer. Deze had een lekke uitlaat, dus heel sportief rijdend naar het tweede vliegveld van Bangkok. Omdat je maar een maand in Thailand mag verblijven, zonder je visa te verlengen, gaan we een week naar Cambodja.

PHNOM PENH

Met enige vertraging komen we aan in Phnom Phen, hoofdstad van Cambodja. Alwaar onze taxi al staat te wachten met ons naambordje. De stad heeft veel te bieden op het gebied van cultuur en geschiedenis. De stad is door de aanwezigheid van de Fransen vroeger ontwikkeld tot een volwassen stad. Onze eerste indruk, chaotisch, vies en heel interessant. Zo anders dan Thailand, waar het verkeer heel netjes geregeld is. Na een uurtje komen we aan in ons Chinees, modern ingericht hotel. In de avond een beetje gelopen in de buurt. Je ziet veel meer armoede dan in Thailand en de luchtvervuiling is hier ook veel meer. Zelf wij denken erover om de gratis op de balie liggende maskers op te doen. Volgende ochtend lekker ontbeten. Met de Tuk-tuk naar de General Market (Psar Thmei). Eerst verkeerd afgezet en wel bij de Russian Market. Ach, zo zien we wat van de stad. Wat over de oververhitte markt gelopen en ons toen naar de rivier laten rijden voor wat niet aanwezige koelte. Toch maar terug in ons hotel op onze kamer, waar we in de middag een half uurtje weg moesten in verband met muskietenbestrijding. Het hele hotel wordt volgespoten. Misschien moeten ze in Cambodja iets meer doen aan hygiëne. We wachten af. Daarvoor maar even gelopen en gezocht naar een supermarktje. Frisdranken gekocht. Het is in het hotel en ook daar buiten smerig duur, zeker in vergelijking met Thailand. Je betaalt hier in dollars. En ze kunnen waarschijnlijk geen halve dollars of centen, want het meeste is in hele dollars. Volgende dag weer op pad, maar nu waar in het algemeen niet heel veel over bekend is. De Rode Khmer en Pol Pot. De dictator die halverwege de jaren zeventig zo regelde dat heel Phnom Penh leeg moest, omdat iedereen boer moest worden. Dit werkte natuurlijk niet en wij waren in de gevangenis (S21) een voormalige school, waar heel veel Cambodjanen werden heen gebracht en afschuwelijk werden gemarteld, alleen om nog meer namen en adressen te krijgen van familieleden, om deze ook weer te martelen. Van al deze gevangenen zijn foto’s gemaakt en gedocumenteerd. In deze gevangenis werd er niemand gedood, maar vrachtwagens vol met deze mensen werden 16 kilometer verder heen getransporteerd naar een complex en daar op verschillende wijze vermoord. De meeste met op hun rug gebonden handen en blinddoeken. Monniken, intellectuelen, vrouwen en kinderen. Totaal van twee miljoen doden. Uiteraard zijn we ook bij het monument geweest en de plekken waar dit allemaal gebeurd is. Het is algemeen bekend als “De Killing Fields”. Heel indrukwekkend allemaal. In de middag weer terug. Na het middagdutje rondje gelopen door het nieuwere gedeelte van Phnom Penh. Pikten we meteen het Koninklijk Paleis mee, naast het justitiegebouw. Zo naar de riverside. Een wandelpromenade langs een hele brede rivier. Heel gezellig met veel muziek en picknickende lokale mensen overal. 
Dag 23 alweer en een rustige dag door de stad. Volgende dag voor de eerste keer naar een Mall. Een hele grote, maar zoals alle Malls. Koud, veel herrie, alle bekende merken en heel weinig kopende klanten. Bij terugkomst twee rozen en een blok chocolade in de kamer op de bedden in verband met Valentijn. Leuk. In de avond weer lekker door de stad gebanjerd. Loes wist de weg. We kwamen op de meest rare en donkere plekken. Ik bedenk plotseling dat er iemand naar ons to komt met de woorden: ”Dokter Livingstone, I presume”. Zo afgelegen liepen we door de buurt. We hebben zelfstandig ons hotel weer gevonden. Volgende dag weer op pad met de Ibis-bus.

SIEM REAP

Siem Reap is de derde stad van Thailand. Er komen heel veel toeristen af op de tempels van Angkor Wat. Meer dan 3 miljoen bezoekers per jaar. Goed geregelde bus met Wi-Fi naar Siem Reap. Zes uur, wel weer een tijd. Maar we kwamen nu door het platteland van Cambodja. Je hoeft je niet te vervelen. Alleen hebben wij nog nooit zo veel vuil en plastic, langs de kant van de weg en in de bossen gezien. Wat een smerige troep. Zoveel plastic, hele bulten. Allemaal plastic tasjes en heel veel plastic flesjes. Onderweg ook de meest rare autotypes gezien, om maar te vervoeren. Verlengde auto’s, opengesneden en verbouwde auto’s. Toen hadden we wel door dat Cambodja heel arm is. De chauffeur met een vergrootte Tuk-tuk stond ons al op te wachten om ons in een half uurtje naar het hotel te brengen. Redelijk hotel. Maar heel vriendelijk medewerkers. Onze kamer is redelijk, maar 60 centimeters van het zwembad, die veel kinderen herbergt. Met Loes haar programma hebben we er toch niet veel last van. 10 uur in de avond sluit het zwembad. In de avond het vlakbij gelegen centrum opgezocht. Veel Franse invloeden. Maar wel heel gezellig. Ze hebben hier de PubStreet (mocht van mij -tje- achter staan toen ik het de eerste keer zag). Totdat we de bocht omgingen. Allemaal pubs en restaurants. Straten vol. De verkopers zijn hier wel vervelender. 
Cambodja is het land, waar we echt het warmst hebben, van alle Aziatische landen tot nu toe. Bij mij gaat het wel, maar Loes is er helemaal kapot van. Die wil nog heel veel doen, maar dat kan niet altijd met die hitte. In de avond als we op bed liggen, draai me eigen om en kijk een Gekko (hagedis) aan die naast me ligt. Die verpulverde het record, laagvliegende Gekko, met heel veel meters. In de ochtend zag ik zijn vriendje, de spin. 10 centimeter waren de poten. Zelfs Loes durfde het niet op te pakken. 4 a 5 keer moeten trappen met de schoenen om het dood te krijgen, jammer en zielig, maar het moest weg. In de loop van de ochtend met een Tuk-tuk ons door de stad laten rijden. Little royal palace, weer wat tempeltjes en een boom vol met vleermuizen. Op het eind van de rit, hadden we haast een aanrijding met een andere motorrijder. Door het perfecte reageren van onze chauffeur zijn we er nog. In de avond weer lekker koetel koetel door het stadje.
Volgende dag weer vroeg uit de veren (in verband met de temperatuur) om een tempeltocht met de Tuk-tuk te doen. En wel de bekende Angkor Wat. En nog wat andere. Mijn dag kan niet meer stuk. Vroeg mijn bed uit en tempels. Wat wil je nog meer op vakantie. Loes had de ijdele hoop en de illusie, omdat het bewolkt was, dat het voor haar een prettige dag zou worden. Helaas, na een uur begon die koperen ploert weer zijn werk te doen. Het zal wel heel imponerend zijn voor mensen deze oude ruïnes, maar ik heb er niet zo veel mee. Normaal is het hier stampend druk, maar het coronavirus was al toegeslagen en het was hier erg rustig zonder de Chinezen. De laatste tempel was een uur rijden met de Tuk-tuk door het platteland en lokale bevolking. Dat vonden we allebei het leukste. In de middag terug en Loes ligt verrot, na een douche op bed.

Eindelijk een toer in de middag. Daarom maar even lekker lezen bij het zwembad. Na een tijdje komt een medewerker bij mij en zegt dat die in het Duits en Engels, “ik hou van jou” kan uitspreken. Hoe dat in het Nederlands is. Ik leg het hem uit en hij begint op zijn knieën het luidkeels elke keer gebrekkig te oefenen, “ich hou fon jou” Als na een paar keer de mensen al raar beginnen te kijken, zeg ik tegen hem dat die ergens anders moet oefenen en dat ik hem morgen wel ga overhoren. In de middagtoer helemaal naar een vissersdorp. Volle minibus met een heel luidruchtige en vol bespraakte gids, die door zijn gebrekkig Engels, nauwelijks te verstaan was. Was een mooie toch door het platteland en op de laatste kilometers over paden met heel veel opstuivend rood zand. Alles zat er onder. Bomen, auto, mensen en noem maar op. Op een gegeven ogenblik stopte de bus en moesten we in een smal, laag bootje klimmen. Zelfs jonge mensen hadden problemen met de laagte, laat staan ons twee oudjes. Met kramp in de kuiten, varend langs wat oude, haast zinkende bootjes. Afgemeerd na een tijdje en aankomend bij een kleine tempel, waar moeders met hele kleine kinderen in gescheurde en verkleurde kleding, kleurboeken en kleurpotloden verkochten voor de school in het vissersdorp. Gewoon een theatershow om wat centen van ons af te troggelen. De mensen die wij later in het dorp spraken, konden allemaal heel goed Engels. Het vissersdorp was heel interessant, gelegen aan het Tonle Sap Lake, maar dit werd verpest door het alsmaar monotone en harde geluid van de gids. Later zag ik zo’n ‘arme’ moeder helemaal opgemaakt en mooie kleren door het dorp lopen. Op een gegeven ogenblijk moesten we weer in bootje kruipen om over een meer naar een restaurant hard te varen om de zonsondergang te zien. Het was tegelijk een krokodillenfarm. Deze krokodillen stonden ook op het menu van het restaurant. Wij hadden niet echt veel honger. Loes werd op het haast niet bewegend plateau al gauw weer een beetje zeeziek. Aan alles komt een eind, dus ook aan een zonsondergang, dus terug met bootje naar de bus en op pad naar Siem Reap. Al met al weer een leuke dag. Het kan ook leuk zijn zonder tempels. Volgende dag met Tuk-tuk naar het vliegveld om naar Bangkok te vliegen. Bij het inchecken zat maar één medewerker, dus het ging een partij traag. Afijn, toen de rij eindelijk een beetje op zijn einde liep, kwamen er drie medewerkers bij. Het was een hele korte vlucht van drie kwartier. In de ontvangsthal, geen chauffeur die met heel veel emailverkeer was geregeld. Eindelijk hadden we hem te pakken, ongeluk op de weg volgens hem. Niet zeuren, koffers erin en rijden. Was nog drie en een half uur rijden. Dachten we. Na een kwartier stopte de auto er mee. Kan altijd gebeuren, maar midden op een snelweg, met langsrazend verkeer. Ik vertelde de chauffeur, die uiteraard geen woord Engels kon, dat ik van die snelweg af wou. We zaten niet op ons gemak. We konden ook nergens heel, want het was op een soort brugovergang. Dus maar blijven zitten. Met al het langsrazend verkeer. 40 minuten duurde het voordat er een nieuwe wagen kwam. Was het meteen een pooierbak, met heel veel chroom en luidsprekers, een hele luxe. Tevens regelde de chauffeur met haast 200 procent snelheidsoverschrijding dat we op een goede tijd bij het nieuwe hotel aan kwamen.

HUA HIN

Hua Hin (letterlijk vertaald ‘Stenen Hoofd’) is een niet al te grote plaats, met heel veel vertier. Ons hotel zit daar middenin. Naast de nachtmarkt, waar we uiteraard in de avond ons vermaakt hebben. Volgende ochtend lekker een strandwandeling gemaakt via het straatje ‘Soi 61’. Niet al te lang, dachten we, maar er waren geen plekken, waar je er af kon. Dus we hebben de nodige kilometers gemaakt. Loes kreeg door het zand wel last van haar knie. Toch maar doorzetten. Toen nog teruggelopen naar het hotel. Onderweg nog bewust haast voor onze donder gereden door een grote auto. Politie staat erbij en kijkt ernaar. 
Na lekker uitgeslapen te zijn de volgende dag met de Tuk-tuk naar de floating market. Via een plek in de middle of nowhere moesten we opstappen op de zogenaamde witte taxibusjes. Er rijden door de stad verschillende gekleurde taxibusjes rond. Die betaal je 60 cent per persoon. We waren er om 10 over 10. Het busje was vertrokken om 10 uur. Moesten we 4 uur wachten. Ik ben toen naar een GRAB-chauffeur op de scooter gegaan die daar toevallig stond voor een oplossing. Hij bellen met mijn telefoon en 10 minuten later stond er een wit taxibusje voor. Hup, naar de floating market. De chauffeur zei meteen bij aankomst dat die twee uur later er weer voor zou staan. Na entree betaald te hebben, waar tegelijk een boottocht bij zat, naar binnen. Lag meteen het bootje vooraan. Laten we dat maar meteen doen i.v.m. de tijd. Ik vroeg hoelang het duurde. Ik verstond een uur en 10 minuten. Dat zou gaan. Wij zitten en varen maar. Het ging zo verschrikkelijk traag, dat ik tegen Loes zei dat we niet veel zullen zien. Na 5 minuten draaide de boot en gingen we terug in hetzelfde moordende tempo. Was het 10 minuten. Verkeerd verstaan. We hebben ons daar toch vermaakt. Op tijd stond de chauffeur er weer. Bij het verlaten maakte Loes haar jaarlijkse valpartij weer. Het wordt elke jaar erger en minder elegant. Nu viel ze op haar arm en deed veel pijn. We hebben ons laten afzetten bij de Mall “Market Village”. Leuke Mall en dat zeg ik niet gauw. Loes had erg veel last van haar arm en pols. In de avond naar de Tamarinde Market, waar iedereen eigenlijk aan het eten is, met veel nette stalletjes. Daarnaast zit de Cicade market met heel veel livemuziek en optredens en kraampjes met allemaal zelfgemaakte spullen. Weer een goede avond en lekker gegeten. Volgende dag. Als Loes 10 minuten niet ergens geweest is dan bedenkt ze wel wat. Nu op pad met de groene taxi naar een berg. Nee, die gaan we niet beklimmen, alleen maar kijken. Dus we hebben naar een berg zitten kijken. Misschien zijn er mensen die dit leuk vinden. Was er nog een vissersdorp, dus nog wat foto’s genomen.

Op die nachtmarkten wat eten we zoal? Dat is heel verschillend, ook heeft het met de reinheid en hygiëne te maken van de markt. Gisteren hadden we geweldig zalige en malse spareribs met aardappelpuree, crêpe met verse aardbeien, een kokosnoot met kokosnootijs en ananas en nootjes. Daarna nog een zakje met verse ananasschijven. Dit eten we dan met zijn tweeën bij elkaar. Op die markten ben je haast niets kwijt. Meestal staan er tientallen kramen, met allerlei verschillende soorten eten, wel meestal Thaise, dus veel vis. Vandaag rustige dag. We gaan de mini-van busstation zoeken. We weten ongeveer waar het is. We gaan bij het hotel rechtsaf, waar we nog niet eerder zijn geweest. Nog een beste tippel in deze temperaturen, maar alles is weer nieuw en leuk. Na een tijdje worden we toch wel meer pessimistischer. We kunnen het niet vinden. Intussen zitten we in hele stille buurt. Tijd om terug te gaan via allerlei kleine straatjes. Eindelijk komen we iemand tegen. Vragen toch maar. Blijken we er 10 meter vandaan te zijn. Om de hoek. Toevallig. Busstation met 10 loketten. Voor ticketverkoop, maar welke. Gewoon 1 gepakt. Moeten we drie stoelen nemen voor ons tweeën i.v.m. de grote koffers. Kost geen hout, voor een busreis van 4 uur. In de middag weer lekker langs de strandwinkeltjes gelopen. Laat in de middag nog een kappertje gepakt. Blijkt achter ons een gigantisch groot uitgaansgebied te zijn. Met heel veel massagesalons met schaars geklede masseuses. Ik heb constant sjans. Volgens Loes zijn het masseuses met een ‘happy endings’, maar volgens mij hebben ze gewoon goede smaak. Afijn, de waarheid zal altijd in het midden blijven. Verder nog het treinstation van Hua Hin bekeken. Ook hier is een apart verblijf voor de koning. Winkelcentrumpje meegepikt en zo komen wij de dag door. Koffers en ons zelf gereed maken voor de laatste lange trip in deze vakantie. Naar Bangkok.  Volgende ochtend met Tuk-tuk naar het bus stationnetje, waar niets uitgelegd wordt, mondeling of met borden. Op de afgesproken tijd beginnen mensen tegen ons te roepen en te schreeuwen, oké dat zal onze bus zijn. Een nagenoeg lege bus, dus waarom ik een ticket voor een extra stoel moest kopen, zal mij een raadsel blijven. Weer een rare tocht. Ineens op een snelweg stopt de bus en iemand van buiten geeft papieren aan de chauffeur, die daarna weer verder gaat. Deze papieren levert die in bij een post, mijn god mag weten waar. Allemaal raar.

BANGKOK (3)

In Bangkok ergens afgezet, ook bij een station. Eerste taxi’s om ons naar ons hotel te brengen weigeren dit, of omdat ze de plek niet weten of dat ze er niet genoeg aan verdienen. Eindelijk een chauffeur, zegt dat die Engels kan spreken en de plaats weet van het hotel. Plaats weet die, maar het Engels is zeer middelmatig. Als we er maar komen. Prachtig hotel. Tot we in de kamer komen. Het uitzicht is een muur. Nou hebben wij dit jaar al 12 hotels gehad. In alle jaren totaal 55 hotels in Azië. Maar nog nooit was het uitzicht een muur. Op hoge poten naar de balie en 10 minuten later zaten we in een kamer met rivierzicht. Als het hotel nou vol was, maar alle Chinezen zijn weg en het is een partij rustig in Bangkok. Was nog een stel dat een maand te vroeg was. Hadden de kamer een maand later geboekt, foutje. In de avond gewandeld door alle market straatjes. Weer gezellig en lekker eten. Moe, maar voldaan naar het bedje. Na eerst nog even naar de rivier te hebben gekeken. Het voelt haast als “MIJN” rivier. Volgende dag met een hop-on, hop-off boot over de rivier om Bangkok van die kant te zien. Ook hier, alles leeg, geen Chinezen. Bij de bloemenmarkt ons af laten zetten, daar rond gekeken en weer verder met de boot. Toch nog haast een hele dag bezig. 

Even nog het laatste verhaaltje. In de ochtend opgehaald door een mini-van om naar de floating market te gaan. En naar de smalle doorgang van treinen. Van onze vrouwelijke gids moeten we een sticker op onze borst plakken. Na een tijdje heb ik deze weer afgehaald, met als excuus, dat de laatste mensen met een sticker op hun borst en naar een trein gingen, dat we daar niet veel meer van hebben gehoord. Afijn, eerst de floating market. Blij dat we gegaan zijn, anders konden we niet vertellen, dat dit helemaal niets aan is. Zo commercieel, zo geld-uit-de-zak-klopperij. Lijkt wel Giethoorn, maar niet echt. Langs allerlei kraampjes worden we in een sloep door een roeister-van-de-wacht voor bij gevaren. Op het laatst een stukje met een snelle boot. Laten we dit heel snel vergeten. Toen naar de spoorrails die dwars door een markt gaat. Allemaal marktkraampjes die tegen de rails aan staan. Slapende verkopers, maar eens in het half uur, komt iedereen in actie om de kramen naar achteren te schuiven en de dakjes in te klappen. De trein komt er dan op centimeters langzaam rijdend voorbij. Leuk moment. Vroeg in de middag terug in het hotel, klaar makend (we gaan gewoon door) om naar Khao San Road te gaan, die in vergelijking met 5 weken terug helemaal opnieuw een nieuw wegdek heeft gekregen. Overdag en in de avond gaan de werkzaamheden gewoon door. In de middag ons eerste en enige regenbuitje van de 6 weken. Volgende ochtend dachten we een kleine krokodil in de rivier te zien, maar het was een gigantische leguaan. Nog wat door Bangkok gesjouwd. De animo is eraf. De hitte enorm. We zien de eerste winkel met een bord dat je alleen naar binnen mag met een mondkapje. Trouwens toch apart in heel Azië. Een winkel met sieraden als voorbeeld, koopt meteen hele partijen van duizenden artikelen in, zonder ook nog maar iets verkocht te hebben. Een spijkerbroeken winkel met stapels en nog eens stapels spijkerbroeken. Ga zo naar door. Afijn het zit erop. Later gaan we thuis van alle verhalen 1 verhaal maken en plaatsen we alle goede foto's. Uiteraard weer leuk om alle reacties op facebook en hier te lezen

Reacties:

Janneke:

20 januari 2020

Heel veel plezier Loes en Martin, een mooie bijzondere reis gewenst voor jullie 😘

Rita en Donald:

22 januari 2020

Geniet van jullie vakantie in Thailand en Cambodja. Heel veel plezier. En we kijken ernaar uit om jullie belevenissen te lezen.

Pauline:

22 januari 2020

Heel veel plezier. Geniet ervan!!

Iby:

23 januari 2020

Fijn dat de vlucht voorspoedig is verlopen.

Sylvia:

23 januari 2020

Fijn dat je Loes dr instappen ook zo charmant beschrijft, ik zou je met een Chinese paraplu slaan!! Maar 't klinkt weer als een avontuur 👍👍

Suzanna:

23 januari 2020

Het begint al goed😄

Elly:

25 januari 2020

Fijn dat jullie goed zijn aangekomen. Je schrijft het wel weer humoristisch. Op naar het volgende avontuur.

Wim:

27 januari 2020

Ik zie dat de humor weer leeft Mart, sterkte met Loes

Iby:

28 januari 2020

Hahaha. Heerlijk geschreven weer!

Kitty:

28 januari 2020

Jullie maken ook altijd veel mee op jullie reizen, hilarisch, zie het zo voor me, Loes met de karpers. Als jullie terugkomen gaan jullie dan wel in quarantaine? Met die voetschimmel en het virus, lijkt me geen overbodige luxe!!!

Wim:

28 januari 2020

Ik sluit me volledig bij Iby aan, ook al ken ik haar niet. Blijf lachen Mart

Willem:

29 januari 2020

😂😅

Elly:

29 januari 2020

Elly:

29 januari 2020

Mooie foto's en de beelden met de olifanten zijn ook mooi.

Al souvenirs gevonden?

Rita en Donald:

31 januari 2020

Jullie hebben in korte tijd weer veel gezien en beleefd. Ja Martin dat is vakantie. Al die foto’s erbij maakt de meebeleving helemaal compleet. Op naar de volgende activiteiten.

Veel plezier.

Rita en Donald:

31 januari 2020

Loes? Wat heb je allemaal al gekocht?

Loes:

31 januari 2020

Nog niet veel. Anders wordt de koffer te zwaar. Ik houd me in. We moeten nog naar zoveel plaatsen.

Jan en Elly:

1 februari 2020

Jullie hebben een fantastische vakantie en genieten volop.

Zo doorgaan.

Pauline:

3 februari 2020

Leuk al die fabriekjes!! Moet er een extra koffer mee terug Loes??

Jullie hebben al veel gezien, geniet ervan.

Harry Huizinga:

7 februari 2020

Mooi hoor, we missen weer heel wat (tempels). Goede reis verder en benieuwd naar de volgende verhalen!!

Janneke:

12 februari 2020

Is er ook nog tijd om een beetje te relaxen en uit te slapen? Of wordt dat in de laatste week?

Peggy:

16 februari 2020

Ik was ziek en heb nu jullie verhaal kunnen lezen. Een mooie reis.

Rita en Donald:

17 februari 2020

Heel indrukwekkend allemaal. Jammer dat het daar zo ontzettend heet is. Ik kan me voorstellen dat je dan een middagdutje wilt doen. Rustig aan en geniet van jullie volgende onderneming.

Iby:

17 februari 2020

Wat jammer dat het TE warm is. Geniet nog even van alle tempels, voor dat jullie het weten zijn jullie weer thuis.

Peggy:

19 februari 2020

Geniet van het weer en na een tempels te hebben gezien, kan ik best begrijpen dat je toe ben aan een middagdutje.

Elly:

22 februari 2020

Weer genoten van je verhalen. Dat was zeker een van de langste boottochtjes. Het eind van de reis is zeker in zicht/?

Harry Huizinga:

22 februari 2020

Leuk verhaal!! Wij zijn inmiddels in Cairns na een paar dagen in Dubai te zijn geweest. Was erg leuk en gelukkig niet te heet. Nu bij de familie.

Peggy:

25 februari 2020

Het is vallen en op staan, straks maar rusten van alles wat jullie hebben gezien.

Joep:

26 februari 2020

Lees met veel plezier je verhalen die steeds professioneler worden. Misschien bundelen en uitgeven a la Hendrik Groen?

Martin:

26 februari 2020

Moet het wel als film/serie worden uit gegeven.

Harry Huizinga:

29 februari 2020

Pracht verhalen Martin, heb ervan genoten. Mooie reis geweest maar aan alles komt een eind! Goede terugreis, op naar het koude Nederland. Hier in Australië is het bloedheet, wij zullen dinsdag volgen.

Peggy:

3 maart 2020

Bedankt voor de mooie reis verhalen

En een goede reis naar huis.